Eigenlijk weet ik niet eens waar ik deze keer moet beginnen met mijn reisdagboek. Op het moment dat ik dit schrijf zijn we nog maar een kleine twee weken weg uit Auckland. Toch hebben we alweer genoeg meegemaakt om duizenden woorden aan te wijden. Maar jullie hebben ongetwijfeld nog wel wat meer te doen op deze warme zondag (hoi, vanuit de sneeuw!), dus ik probeer het een beetje kort te houden ;-).
De laatste dagen in Auckland bestonden vooral uit nog net de laatste dingen doen die we al die tijd eigenlijk al wilden doen en klussen aan de auto. Zo gingen we hiken op Rangitoto Island, proefden we Nieuw-Zeelands bier en hadden we nog een laatste groepsmaaltijd in het hostel. Op dinsdag 19 juni gingen we dan eindelijk weg. Voordat we eindelijk Auckland écht uit waren liep het al tegen de middag. Gelukkig zijn de afstanden nu niet echt lang en onze eerste bestemming van die dag was maar een uur of twee rijden.
Inhoudsopgave
De eerste bestemming: Coromandel Peninsula
Na het inslaan van het nodige blikvoer en zakken pasta en rijst, reden we langs de kust richting Coromandel Peninsula. Net als bij onze eerste roadtrip in Nieuw-Zeeland, toen we richting Northland gingen, reden we al snel de drukte uit. Een halfuur later lag de stad achter ons en reden we midden in de natuur. Ook hier werd het weer meteen geweldig mooi. We besloten om langs de (bochtige) kust te rijden en we genoten van de mooie blauwe zee en de rust. Wat een verademing na maanden in de stad te hebben gezeten. Net voorbij Thames besloten we te kamperen. Voor deze eerste dag was het behoorlijk warm en tot het donker werd konden we prima buiten zitten zonder jas. We kookten onze eerste maaltijd, onze gezellige lampjes gingen voor de eerste keer aan… Alleen jammer dat het toilet een paar honderd meter lopen was ;-).
Met dank aan Google die graag alles van je bijhoudt: vanuit Auckland reden we richting Thames, Coromandel, Whitianga, Matamata, Rotorua en Taupo.
Bier proeven bij Brothers Beer in Auckland.
Een laatste blik over het centrum van Auckland.
Hiken op Rangitoto Island. Een aanrader voor als je naar Auckland gaat.
Best bijzonder om over lavavelden te lopen.
Zeeziek in de auto
De volgende ochtend stortten we ons nog even op het inruimen van ons busje, voordat we weer doorreden. Na een tip waren we van plan om helemaal naar het noordelijkste puntje van Coromandel Peninsula te rijden. Het schijnt er prachtig te zijn en er komt bijna niemand. Het laatste stuk van de weg bestaat dan ook alleen maar uit zandpaden. Maar tijdens het rijden begon het steeds grijzer te worden. Toen we bij Coromandel Town aankwamen waren de heuvels omhuld in wolken en begon het steeds harder te waaien.
We besloten toch maar om niet noordelijker te gaan en reden in plaats daarvan door naar de oostkust. Dat bleek best een goede keuze, want eenmaal daar aangekomen begon het te stormen. We hadden wel gezien dat het zou gaan regenen, maar het was ons even niet opgevallen dat het ook zo hard zou gaan waaien. Met windstoten tot 80 kilometer per uur schommelde het busje lekker heen en weer. En dat de hele nacht door. Nu vond ik het heerlijk slapen, alleen Daan wat minder. Hij heeft de hele nacht geen oog dichtgedaan.
Ook de dag daarna bleef het in de ochtend slecht weer, en we besloten maar om ergens binnen te gaan zitten. Het werd de bibliotheek met bijzonder snel internet. Gelukkig klaarde het in de middag op. Nu konden we door naar Cathedral Cove en Hot Water Beach!
Cathedral Cove en Hot Water Beach
Nu is voorbereiden soms niet onze sterkste kant en wij dachten de auto te parkeren bij Cathedral Cove om er vervolgens binnen vijf minuten te staan. Ja, niet dus. Het bleek dat je nog 45 minuten heen en 45 minuten terug moest lopen. Omhoog en omlaag. Niet handig als je geen water bij je hebt en écht naar de wc moet. Het zorgde wel voor een goede timing, want het begon net laagwater te worden, waardoor we ook het strand op konden om Cathedral Cove te bekijken. Het was mooi om te zien, maar we trokken wel allebei de conclusie dat Photoshop echt een goede job doet tegenwoordig. Misschien zijn we inmiddels ook gewoon heel erg verwend met alles wat we doen en zien, maar eigenlijk is het uitzicht op andere plekken in de omgeving minstens net zo mooi.
Inmiddels begon de zon door te breken en hadden we nog net genoeg tijd om langs Hot Water Beach te gaan voordat het donker zou worden. Onder het strand liggen twee warmwaterbronnen. Zodra het laagwater wordt, kun je graven en kan je in het warme water liggen. Wij vonden het wat te koud om zelf te gaan graven, maar er waren genoeg mensen die wél enthousiast met een schepje stonden te scheppen. Het water schijnt echt heel lekker warm te zijn, dat wel. Een grappig gezicht en het was een mooi strand. Mede dankzij de zon die schitterende op het water.
Meneer Zwijn voor u!
Bij Cathedral Cove. Eigenlijk liepen er nog best wat mensen rond, maar die staan netjes achter mijn rug ;-).
Het uitzicht vlak bij de parkeerplaats van Cathedral Cove. Niet verkeerd!
Lekker graven naar heet water op Hot Water Beach.
Het gouden uur voor zonsondergang.
Chemisch Rotorua
Na nog een nacht aan de kust te hebben geslapen, reden we de volgende ochtend het binnenland in. Daan wilde graag naar Karangahake Gorge, waar vroeger mijnen zijn geweest. Hier is onder andere nog een oude treintunnel te vinden en kun je prachtig wandelen door de natuur. We volgden een route van zo’n 3 kilometer voordat we weer bij de auto uitkwamen. We reden door naar Paeroa, waar we een douche vonden bij een Laundromat. Yes! Dat is altijd zo fijn wanneer je gratis probeert te kamperen en dus in 99% van de gevallen geen douche hebt: het vinden van een warme douche!
Hier werd het ook tijd om eens te kijken wat onze volgende bestemming zou worden. De dag daarna zou de laatste zonnige dag worden, en ook al lag Hobbiton wat logischer op de route, ik wilde dolgraag Rotorua zien met mooi weer. Dus reden we in volle vaart door het bergachtige landschap met hoge watervallen naar Lake Rotorua, waar het steenkoud was toen we de auto uitstapten. Het werd onze eerste nacht met vorst! We reden ‘s ochtends dus zo snel mogelijk weer weg zodat we op konden warmen in de auto.
Bij Rotorua in de buurt zagen we de eerste stoom uit de grond komen. Wat een bijzonder gezicht. Stel je dus een stadje voor waar uit de putdeksel, grasvelden en parken stoom komt. Bizar. We reden verder naar Wai-O-Tapu, een geothermisch park met een geiser, grotten en meren vol kleuren door mineraalafzettingen. En ook weer heel veel stoom. We hadden allebei nog nooit zoiets in ons leven gezien. Je wilt overigens ook echt niet weten hoe erg het er stinkt. Echt heel erg. Bah. Maar de geur neem je wel voor lief moet ik zeggen.
Lekker koud om wakker te worden. Brrr.
De Lady Knox-geiser in rust…
…en wanneer ze wakker wordt (met een beetje hulp van mensen…).
Ooit zo’n kleurig meer gezien?
Met verbazing bleef ik naar alles kijken.
Alsof iemand een pot verf omgegooid heeft. Nee, dit komt echt uit de grond.
En nog heel veel meer stoom.
Soms werd de lading stoom zo erg, dat je bijna niets meer kon zien.
Wie durft hierin te zwemmen?
En toen werden we weer eens ziek…
Het kon ook niet lang goed blijven gaan, hè. Daan was al een paar dagen echt niet lekker en verkouden, en op zaterdagavond begon ik mij ook wat minder fit te voelen. Misschien was het toen ook niet zo verstandig van ons om op zondag door te rijden naar een hot spring. Om er vervolgens uren in te zitten terwijl het buiten 10 graden was (het was wel echt heel lekker!). Het resultaat op maandagochtend: allebei lekker ziek. Daan zijn kies en vulling waren ook nog eens afgebroken de avond ervoor, dus we besloten om in Taupo een hostel te zoeken en een tandarts. Ik kan je vertellen: in Nieuw-Zeeland wil je niet naar de tandarts. Zeg maar dag tegen je zuurverdiende centen die je in Auckland hebt verdiend…
We boekten een privékamer en Netflix werd onze beste vriend die dag. We hadden het allebei wel flink te pakken, want uiteindelijk zijn we afgelopen vrijdag pas weer weggegaan. Het is maar goed dat we volop de tijd hebben en dat we het ons daardoor kunnen veroorloven om ergens langer te blijven. We hebben dus lekker rustig aan gedaan. Na twee heel bewolkte en regenachtige dagen in Taupo brak de zon weer door. En wat we toen zagen: prachtige bergen met sneeuw op de top! Een van de bergen, Mount Ngauruhoe, stond model voor Mount Doom in Lord of the Rings.
Het water in de hot spring kwam uit deze kokende warmwaterbron.
Hoe bizar is het om kokend water in de natuur te vinden?!
Wauw! De besneeuwde Mount Ngarahoe, Mount Tongariro en Mount Ruapeho aan de andere kant van Lake Taupo.
De zonsondergang was sowieso niet verkeerd in Taupo.
Snowboarden op een vulkaan
Afgelopen vrijdag bezochten we de prachtig blauwe Huka Falls en de Aratiatia Rapids net boven Taupo, voordat we doorreden naar het dorp National Park (vraag me niet waarom ze een dorp zo noemen) bij Mount Ruapehu, Mount Ngarahoe en Mount Tongariro. We gingen de bergen in die we aan de overkant bij Lake Taupo hadden gezien! Eigenlijk met het idee om hier de Tongariro Crossing te gaan lopen, maar Daan zijn snowboardkriebels begonnen zo toe te nemen, dat hij zaterdag op een snowboard is gesprongen.
Ik ging met hem mee naar Whakapapa op Mount Ruapehu, het grootste skigebied van Nieuw-Zeeland en heb de skilift omhoog gepakt, genoten van het waanzinnig toffe uitzicht en thee gedronken in het hoogste café van Nieuw-Zeeland. Daan heeft urenlang op zijn snowboard gestaan en het hartstikke naar zijn zin gehad (en niets gebroken!). Als afsluiter zijn we voor de après-ski naar de Schnappsbar gegaan, waar weinig après-ski en schnapps was, maar het was er wel gezellig. Het meest bizarre is dat dit skigebied op een actieve vulkaan ligt, waarvan ze waarschuwen dat-ie soms zonder enige waarschuwing stenen kan spugen. Je vraagt je haast af waarom ze dan een skigebied erop zetten… De Nieuw-Zeelanders zullen ook wel gewoon wat gewend zijn.
De superblauwe Huka Falls bij Taupo.
We hebben niet stiekem gegeten in het McDonald’s-vliegtuig in Taupo. Echt niet.
Zonsondergang vanuit National Park. Wauw!
Daan is klaar om te snowboarden!
En daar gaat-ie!
Vanaf Mount Ruapehu zie je gewoon Mount Taranaki liggen, 150 kilometer verderop. Hoe tof is dat!
Wauw, wauw, wauw.
Weer verder rijden
Vandaag rijden we door richting de westkust. We willen nog heel graag de Tongariro Crossing lopen, maar doordat ik nog veel last van mijn luchtwegen heb slaan we hem voor nu even over (ik sta al te hijgen als ik één trap op loop en dan wil ik zeker een besneeuwde berg over gaan, grapjas). Voor nu willen we langs de westkust omhoog en via de oostkust weer omlaag naar het midden, dus komen we hier over een paar weken toch weer uit in de buurt. Proberen we het dan gewoon nog een keer.
LEES OOK ONZE LAATSTE REISDAGBOEKEN:
#24: Ontslag genomen en een busje gekocht!
#23: Onze eerste roadtrip in Nieuw-Zeeland
#22: Orka’s spotten tussen het werken door