Eigenlijk was ik er vol van overtuigd dat ik nog minstens één of twee reisdagboeken in Nieuw-Zeeland zou schrijven. Maar hier zijn we dan weer, ineens vanaf Koh Lanta! De laatste weken in Nieuw-Zeeland zijn razendsnel voorbijgegaan en eigenlijk beseffen we zelf ook nog niet zo goed dat we het land uit zijn, onze auto verkocht is en we nu ineens voor de komende zeven weken in een appartement op Koh Lanta ‘wonen en werken’.
De laatste weken in Nieuw-Zeeland
De vorige keer schreef ik dat we onderweg waren naar Wanaka en Queenstown. En in mijn maandoverzicht van oktober heb je misschien ook wel gelezen dat wij onze twee meerdaagse hiketochten hadden geannuleerd vanwege het slechte weer in Nieuw-Zeeland. Ja, en toen ging alles ineens in een stroomversnelling.
Vanuit Invercargill reden we eerst helemaal omhoog richting Franz Josef Glacier en Fox Glacier waar we de gletsjers bezochten. We kampeerden bij een ontzettend helder en blauw meer met bergen op de achtergrond. We reden en liepen de prachtige route naar en over de Rob Roys Glacier Track. En we bezochten de populaire ‘Wanaka Tree’, dat wij echt een aanfluiting vonden, sorry.
Vanuit Queenstown maakten we misschien wel twee van de mooiste dagtrips die we in Nieuw-Zeeland gemaakt hebben. De eerste dag naar Doubtful Sound en de dag daarna naar Milford Sound. We gingen spontaan uit met Australiërs die we leerden kennen op een terras. En we reden de mooiste routes over het Zuidereiland.
En toen ineens zaten we in de auto richting Christchurch. Twee weken sneller dan gepland. Maar ja, de hikes stonden tenslotte niet meer op de planning, en we hadden eigenlijk zo’n beetje alles gedaan wat we wilden doen. Of nee. We wilden nog meer dan genoeg doen, maar we werden ook een beetje hopeloos van het weer, dat op dat moment echt slecht was geworden (en koud!)
En daarnaast: we zaten ‘vol’. Onze hoofden zaten echt vol. We hebben zo veel gedaan in Nieuw-Zeeland, zo veel moois gezien. De ene dag was nog indrukwekkender dan de andere dag. En dan die afwisseling. Je kan in Nieuw-Zeeland letterlijk zo veel meemaken op één dag. Elke keer weer in een compleet ander landschap eindigen. Nieuwe indrukken pasten er gewoon niet meer echt bij. Dus was het goed zo voor ons. Precies op 1 november begonnen we aan onze laatste roadtrip van Queenstown naar Christchurch.
Lake Pukaki en Mount Cook
Onze laatste roadtrip was in elk geval geen teleurstellende. We sliepen bij het geweldig mooie Lake Pukaki en kwamen erachter dat de foto’s van superblauw water met besneeuwde bergen op de achtergrond écht geen photoshop zijn. Allemachtig, wat was het hier mooi. We reden daarnaast door naar Mount Cook en daarna nog naar Lake Tekapo, waarna we naar onze laatste bestemming voor Christchurch reden: Timaru.
In Timaru bleven we nog een paar dagen hangen. Timaru is geen bijzondere stad, maar wat wel heel tof is: er komen ‘s avonds pinguïns aan land. En deze pinguïns zie je gewoon in de straatverlichting. Echt supertof! Op één avond na zijn we alle avonden richting het strand gegaan om ze te bekijken.
Timaru bleek ook een perfecte stad te zijn om de laatste dingen te regelen. Zo moesten we nog even de olie laten verversen van de auto, onze REGO verlengen, de auto schoonmaken en natuurlijk te koop zetten. We hadden ook allebei nog wat werk af te maken. Als je in elk geval op dat moment tegen ons had gezegd dat we een week later al in het vliegtuig zouden zitten, dan hadden we je keihard uitgelachen.
De auto verkopen in Christchurch
Op maandag hadden we de auto te koop gezet en we kregen direct meerdere reacties. We konden zelf pas op woensdag in Christchurch zijn, dus maakten we voor die dag twee afspraken. Maar bij de eerste twee jongens die onze auto bekeken was het meteen raak: ze wilden hem hebben. Huh, wat. Zo snel? We spraken op vrijdag weer af voor een pre-purchase inspection bij de garage, ze maakten het geld over en op zaterdag hebben we officieel de auto op hun naam laten zetten en de sleutels gegeven. We boekten die ochtend nog vliegtickets voor de dag erna. Hoe snel kan het gaan.
We hebben tussendoor zeker ook nog van Christchurch genoten. Wat bleek dat een toffe stad te zijn. Ik heb juist vaak van mensen gehoord dat het nogal saai is sinds de aardbeving in 2011 het centrum flink verwoest heeft. Maar ze doen er juist zo veel aan om de stad weer op te bouwen. Zo zijn er ontzettend veel kleine kunstprojecten opgezet waardoor de stad er heel kleurrijk uitziet en overal zijn heel fijne restaurants en café’s te vinden. Het was voor ons echt de perfecte plek om Nieuw-Zeeland af te sluiten.
Afscheid van Nieuw-Zeeland
En toen stonden we ineens op zondagochtend om vijf uur op het vliegveld. Natuurlijk wel met gemengde gevoelens. De laatste twee maanden in Nieuw-Zeeland hadden we het wel wat te gek voor onszelf gemaakt. Flink veel reizen én veel proberen te werken gaan niet samen. Niet op de manier hoe wij dat deden. Dus kregen we de laatste tijd echt heel veel behoefte aan wat rust en regelmaat. Maar Nieuw-Zeeland is een ontzettend mooi land voor ons geweest waarvan we graag nog méér willen zien. En als je ergens acht maanden bent, krijg je er toch een band mee. Voor ons gevoel was onze tijd in Nieuw-Zeeland ineens abrupt over. Maar het was goed zo. Ik weet zeker dat we ooit nog een keer naar Nieuw-Zeeland teruggaan, want er zijn vooral nog wat wandeltochten die we er alsnog willen maken. Maar voor nu even niet.
En natuurlijk stonden er ook weer heel mooie nieuwe avonturen op het vliegveld voor ons te wachten! We vlogen vanuit Christchurch naar Kuala Lumpur, een reis die uiteindelijk 26 uur duurde. Poe. Toen we eindelijk in konden checken om een uur of één ‘s nachts, was het eerste wat mij opviel in de kamer een beestje dat op bed liep. O nee, we hadden echt ZO geen behoefte aan bedbugs na zo’n lange reis (nooit niet eigenlijk). Gelukkig konden we ergens anders slapen zonder bedbugs. Hallelujah. We bleven twee dagen in Kuala Lumpur, hadden godzijdank helemaal niet last van een jetlag, kochten wat nieuwe kleding en genoten weer even van deze altijd interessante stad, voor we opnieuw in het vliegtuig stapten.
Weer terug naar Koh Lanta
In Nieuw-Zeeland hadden we het er al vaker over gehad wat onze volgende bestemming zou worden. We wilden allebei heel graag naar de Pacifische Eilanden, maar nu is doorgaans niet de allerbeste periode om die kant op te gaan. We wilden ook graag naar een plek waar we rustig konden werken. Dus kwamen we al snel op Zuidoost-Azië uit. Maar waar dan? We hadden even niet zo’n behoefte om rond te reizen, en wilden vooral gewoon naar een relaxte plek.
‘Tja,’ zei Daan toen. ‘Waarom gaan we dan eigenlijk niet gewoon terug naar Koh Lanta?’ Op Koh Lanta waren we natuurlijk geweest vlak voor we naar Nieuw-Zeeland gingen, maar we vonden het allebei een heerlijk eiland. Eerst had ik heel even mijn twijfels, maar eigenlijk was het een perfect idee. We kennen het eiland, het is er echt heel fijn, we weten meteen de juist plekken te vinden. Let’s do it. En zo sliepen we ineens na ruim acht maanden weer voor een week in dezelfde bungalow op Khlong Khong Beach. En wat was het fijn.
We probeerden afgelopen week vooral ook even niets te doen. Dat, geef ik toe, was moeilijker gezegd dan gedaan. We hadden allebei niet echt genoeg rust in ons lijf zitten om écht niets te doen. Maar die grote lach op mijn gezicht zei al wel genoeg. Ik was heel blij dat we de keuze hadden gemaakt om naar Koh Lanta te gaan. En we genoten echt weer flink van het strand, de warmte, de palmbomen, onze bungalow en het geweldige Thaise eten. Wat een rust viel er over ons heen.
Werken in Thailand als digital nomad
Misschien heb je al de conclusie getrokken dat we nu dus niet meer in die bungalow slapen. Dat klopt helemaal. Want eigenlijk gaan we weer iets heel nieuws doen. De komende zeven weken gaan we namelijk voor onszelf werken bij KoHub, een co-working space op Koh Lanta. Gisteren zijn we verhuisd naar een appartement op Long Beach, vlak bij de hub. Hier werken allemaal digital nomads uit verschillende landen. De hub is zelfs nooit gesloten.
Eigenlijk gaan we de komende weken dus weer eens heel erg leven zoals thuis: werken van maandag tot en met vrijdag en in het weekend écht weekend houden. Oké, met het verschil dan dat we elke dag na het werk op het strand kunnen liggen en we werken met uitzicht op bananenbomen. Stiekem toch best een heel mooie droom die uitkomt.
Ik heb dan ook besloten om voorlopig geen reisdagboeken meer te schrijven, maar jullie een uitgebreide update te geven in het maandoverzicht dat ik elke maand publiceer. Hoewel we misschien wat minder avonturen gaan beleven voorlopig, voelt het voor mij wel als een nieuw en fijn avontuur. Ik heb de kriebels in mijn buik omdat ik er zo veel zin in heb!
4 thoughts on “Reisdagboek #30: Werken op een tropisch eiland! (En doei, Nieuw-Zeeland…)”
Wauw, wat een tof en bijzonder reisdagboek! Zoveel gebeurt op enkele dagen/weken seg. :-) Veel succes en plezier met het werken in KoHub, klinkt als een toffe plek om een tijdje te wonen en werken.
Het is zeker ook een heel toffe plek, bevalt tot nu toe heel goed! En het was inderdaad wel een beetje veel in het tijdsbestek, haha.
Wat is er veel gebeurd zeg! Wij hebben ook nog maar 2.5 week in Nieuw-Zeeland, het gaat zo snel! Maar her weer zijn wij echt behoorlijk zat haha en we merken dat het kamperen ons vermoeid. Maar wat een geweldig land is nieuw-zeeland. Veel plezier op Koh lanta
Haha, ja dat klopt zeker! Bij jullie schiet het dan ook al op! Jammer dat het kamperen vermoeiend is, maar hopelijk genieten jullie wel nog van de laatste weken. Het is inderdaad een fantastisch land.