Een reisdagboek met terugwerkende kracht. In december waren we in Vietnam en hoewel ik jullie beloofd had elke twee weken een reisdagboek met jullie te delen, moesten we onverwacht onze reis afbreken om terug te keren naar het koude Nederland. Die belofte kon ik dus niet nakomen, maar al die tijd stond er al een nieuw reisdagboek gepland. Eentje die ik nu alsnog met jullie deel, zodat jullie ook weten wat we de laatste twee weken in Vietnam allemaal gedaan hebben.
Als het noorden van Vietnam ons iets geleerd heeft, dan is het wel dat het zó simpel is om net even op een andere manier te reizen dan de meeste toeristen doen, en dat maakt het reizen zoveel leuker, goedkoper en soms ook makkelijker. Op het zuidelijke eiland Phu Quoc hadden we besloten dat we naar het noorden wilden, want in het midden van Vietnam was het al wekenlang heel slecht weer. Hoewel de meeste vliegtuigen naar Hanoi gaan, bleek er ook een vlucht naar Hai Phong te gaan, waarvandaan we direct de boot naar Cat Ba konden nemen om Halong Bay te bezoeken. Grappig genoeg was dit vliegticket ook nog eens het goedkoopst, en binnen een paar uur na vertrek checkten we in in een guesthouse in Hai Phong. Dat was een goede reis!
Hai Phong
We hadden nog nooit van Hai Phong gehoord. Het bleek op Ho Chi Minh City en Hanoi na de grootste stad van Vietnam te zijn. Oké dan. Het was dus weer flink druk, maar tijdens de middag en avond die we er door hebben gebracht, hebben we geen enkele toerist gezien en dat was best tof. Niemand die probeerde naar ons toe te komen om spullen aan ons te verkopen en we konden gewoon eens het stadse leven in Vietnam aanschouwen. We liepen naar de haven waar we alvast een bootticket voor de volgende dag kochten. En hoewel de verkoper eerst de meest dure tickets voor een speedboat probeerde te verkopen, wilden wij met de lokale slowboat.
Het bleek een geniale oplossing te zijn om met de slowboat te gaan. Oké, de boot zag er niet heel zeewaardig meer uit en de aanlegsteiger bestond uit een en al roest en gaten, maar we vaarden direct van Hai Phong naar Cat Ba Town. Omdat we zo langzaam gingen, hadden we vol uitzicht op Cat Ba en de eilandjes eromheen. De meeste toeristen komen vanuit Hanoi en moeten in Hai Phong overstappen op een andere bus, daarna met de boot en weer verder met de bus. Deze route was dus eigenlijk veel gemakkelijker én leuker! In Cat Ba Town stapten we uit en op een paar honderd meter afstand lag ons guesthouse dat we hadden geboekt voor maar € 2,- per persoon per nacht. We kregen nog een gigantische kamer ook. Het zonnetje brak ook nog eens door en wat was ik daar blij mee. Bijna drie jaar geleden ben ik ook naar Halong Bay geweest. Het was toen alleen zo bewolkt en mistig, dat ik amper wat heb gezien…
Typisch Vietnamese borden langs de weg in Hai Phong.
Dit was dus de boot naar Cat Ba. Het had zelfs nog eerste en tweede klas.
En we hadden een raampje, ook heel fijn.
Aankomst bij Cat Ba Town! De meeste gebouwen zijn hier zo smal en echt tegen de heuvel aan gebouwd.
Cat Ba ontdekken
Tijd om Cat Ba Island te ontdekken! We maakten een plan en de eerste dag besloten we om een scooter te huren en het eiland over te rijden. En wat een prachtig eiland bleek het te zijn! Halong Bay staat bekend om zijn karstgebergte in het water. Het eiland is hetzelfde, maar dan zonder water. Erg tof. Alleen bij Cat Ba Town was het wat druk op de weg, maar hoe noordelijker we kwamen, hoe rustiger het werd. Het zonnetje brak ook weer door, en helemaal in het noorden hadden we uitzicht op de rotsen in de zee. Zo bijzonder om te zien.
De tweede dag namen we wel de toeristische route en maakten we gebruik van een dagtour door Halong Bay. Jammer genoeg was het deze dag flink bewolkt, maar mooi was het evengoed. En nog interessanter om te zien waren de floating villages. Mensen leven hier in huisjes op het water omdat ze leven van de visvangst. Naast een klein hutje speelt hun leven op smalle houten balken af. Hoe ze het voor elkaar krijgen is mij een raadsel… We kayakten door smalle grotten (en gingen nog recht door het water ook), zagen verrassend genoeg apen en genoten van de boottocht.
De laatste dag gingen we naar het nationale park, klommen een van de bergen op en bezochten het historische cannon fort, waar eigenlijk weinig historie meer te vinden was maar waar wel ook weer het uitzicht gaaf was. Na het hete weer van Phu Quoc was het ineens vrij koel op Cat Ba en in combinatie met de koude scooter- en boottochten, had Daan een kou opgelopen. De rest van de middag deden we dus rustig aan, maar we besloten wel alvast een busticket te kopen naar de volgende bestemming: Sapa.
Het uitzicht over Cat Ba Island vanuit een uitkijkpunt in het nationale park.
Op het eiland zijn verschillende kleine grotten te bezoeken en wij namen ook een kijkje in eentje.
De ultieme backpackerslunch: broodje Oreo!
De dag begon wat bewolkt, maar wat was het tof om op een scooter het eiland rond te rijden.
Daan wilde een groenteburger. Daan kreeg een groenteburger.
Een fishing village vlak bij Cat Ba Town.
Schattig aapje. Niet dus. Hij probeerde alles te stelen wat er te stelen viel.
Sapa
We namen de boot en de bus naar Sapa en dit nam de hele dag in beslag. Eerst de bus op Cat Ba Island, toen voor 15 minuten met de boot, toen weer met de bus naar Hanoi en vanuit Hanoi de bus naar Sapa waar we ‘s avonds rond een uur of half negen aankwamen. In Hanoi hadden we een halfuurtje de tijd om een broodje te scoren. Dat werd nog best een gedoe en Daan eindigde met een broodje vol mieren. Lekker… De bus naar Sapa was een ‘slaapbus’ en hierin kon je alleen liggen. Ik vind dit dus echt een heel comfortabele manier van reizen, maar Daan zijn reactie: nooit meer!
Het laatste deel van de reis zat vol met bochtige wegen en ik was blij toen we er uiteindelijk waren. We liepen naar het ‘hotel’ dat Daan geboekt had maar waarbij hij even was vergeten om naar de reviews te kijken (‘want het was het goedkoopst!’). Van alle tijd dat we aan het reizen zijn sliepen we in Sapa op de meest verschrikkelijke plek. Het stadje zelf kwam bij aankomst kwam al heel naar over en de kamer was ontzettend smerig en de vloer nog zachter dan het bed. Andere details laat ik maar gewoon achterwege, zoals de urinelucht ;). Maar we waren moe, Daan had koorts en we besloten maar gewoon om de volgende ochtend zo snel mogelijk weg te gaan uit de stad en iets in de omgeving te zoeken.
We vonden een homestay op zo’n 10 kilometer buiten de stad en wat een fijne plek bleek dit te zijn! Tussen de locals, met uitzicht over de rijstvelden en een heel relaxte sfeer. Daan had nog twee dagen nodig om uit te zieken, dus bleven we lekker bij de homestay. Het enige nadeel van een bezoek aan Sapa in december is dat het daar op dat moment óók winter is. Met maar 12 graden overdag en 6 graden in de nacht is dat voor ons dus ineens echt héél koud. En zo’n homestay heeft echt geen verwarming, dus het zonnetje dat soms doorbrak was erg fijn. De laatste dag hebben we gewandeld door de omgeving en genoten van de omgeving, voordat we weer terug naar Sapa Town gingen. Tijd om naar Laos te gaan!
De ligbus in Vietnam. Ik vind het een heerlijke manier van reizen!
We waren wel heel blij dat we beneden lagen en niet boven.
Uitzicht vanaf het balkon van onze homestay.
Sapa is echt bijzonder om te zien, ik denk nog meer als de rijstvelden supergroen zijn.
Lees ook onze laatste reisdagboeken:
#17: Van Zuid- naar Noord-Vietnam
#16: Dubai en weer terug naar Maleisië
#15: Groetjes uit Nederland!