Ik loop door het witte mulle zand heen naar de andere kant van het eiland. Lang duurt het niet voordat ik met mijn tenen weer het zachte water raak. Hooguit een paar minuten. Boven mij ruisen de bladeren van de palmbomen door de lucht heen. Voorzichtig zet ik een stapje opzij, stiekem bang om de geelkleurige kokosnoot op mijn hoofd te krijgen. Waar ik ook om mij heen kijk, de turquoise gekleurde oceaan is zo fel dat mijn ogen er haast pijn van doen. Alsof ik naar een foto uit een reisbrochure sta te staren, maar dan in het echt.
Paradijs op aarde? Ik dacht dat ik het had gevonden in Zuid-Thailand, maar hier lijkt het nog net een tikkeltje mooier te zijn. Ik bevind mij op een San Blas-eiland, een van de vele in de Caribische Zee. Om mij heen zie ik niets meer dan het heldere water, de palmbomen, kleine hutjes en schelpen. En samen met wat andere reisgenoten en locals uit de Kuna-stam, breng ik hier mijn dag door. Letterlijk met nietsdoen, want het begrip tijd is hier niets meer dan een nutteloos woord dat uit vier letters bestaat. Je leeft volgens het ritme van de zon. Je eet wat de natuur die dag te bieden heeft. Je ademt en je staart naar de zee. En dat is dat. Het is wennen, maar tegelijkertijd ook fijn.
Met een jeep doorkruisten we het land om hier te komen, vanuit Panama City, van zuid naar noord. Een misselijkmakende maar prachtige rit met ontelbaar veel bochten, die over heuvels gaat en dwars door de jungle van Panama, waar mistvelden de toppen van de bomen raken en grote bloemen hun weg vinden langs het mulle pad waarover we rijden. Om vervolgens in een bootje te stappen dat ons naar een eiland brengt. Het water bij de haven ziet er smerig uit. Een viesbruine kleur en troep in het water zorgt ervoor dat ik eerst mijn twijfels heb bij het woord paradijs. Gelukkig blijkt al snel dat het paradijs toch wel bestaat. En wat voor een.
Het is een vreemde gedachte: twee nachten en drie dagen doorbrengen op een eiland, met onbekende mensen om je heen en niets om te doen. Geen smartphone die werkt. Geen internet. Geen weg om even alleen te zijn. Het geeft bijna een Expeditie Robinson-achtig gevoel. We worden al snel beste maatjes en vullen de dagen met zwemmen, snorkelen, vissen en flessen rum. Want die zijn er uiteraard wel.
Maar het is ook een fijne gedachte. Hé, de wereld draait toch door zonder de stress van alledag. En ik besluit om ervan te genieten. Te genieten van al het prachtige om mij heen en van de tijdloosheid. Van het feit dat de zon schijnt en ik hier met onbekenden ben. Vanwege het feit dat onbekenden opeens heel snel vrienden kunnen worden – die ik nog steeds spreek. En dat je ‘s avonds gewoon in het warme water kunt zwemmen, want de sterren en de maan geven zoveel licht dat lampen niet eens nodig zijn – alleen onder de palmbomen is het donker door het zware bladerdek. Ik geniet heel even van het leven zonder iets te hebben. En op de een of andere manier is het nu een troostende gedachte dat ik weet dat deze plek bestaat. Een plek waar je kunt genieten van het leven, zoals het leven is.
6 thoughts on “Leven op de tropische eilanden van San Blas in Panama”
Ziet er geweldig uit! En mooi geschreven ook. Lijkt me gek om even helemaal ‘weg’ van de normale wereld te zijn, maar tegelijkertijd ook heerlijk.
Dat was ook heel gek ja. Wat onwennig, maar heerlijk.
Wat ziet dit er mooi uit zeg! En fijn om inderdaad eens geen internet te hebben toch, dan geniet je er soms nog meer van. Die zeester, super tof.
Je geniet er inderdaad echt wel meer van!
Mooi verhaal, ik zou zo naar dat stukje paradijs willen, even écht leven in het moment (want ja, dat internet he…)!
Het is een bijzondere ervaring kan ik je zeggen haha. Zo gewend zijn we tegenwoordig aan internet!